De situatie in de zorgsector is momenteel onhoudbaar, en de recente discussie over het al dan niet toekennen van de groeinorm van 2,5% voor zorgverleners, waaronder tandartsen, is dan ook van groot belang. Het is van essentieel belang dat de overheid zich ervan bewust is dat de groeinorm niet alleen een kwestie van budgettaire keuzes is, maar een noodzakelijke maatregel om de zorg, en met name de mondzorg, betaalbaar en toegankelijk te houden voor de bevolking.
Tandartsen, net zoals artsen, kunnen niet akkoord gaan met het niet toekennen van deze groeinorm. De tandheelkundige sector wordt geconfronteerd met een jaarlijkse stijging van de zorgbehoefte van gemiddeld 4%, een trend die door de vergrijzing van de bevolking en de groeiende vraag naar mondzorg steeds sterker wordt. Recente cijfers uit 2023 tonen aan dat honderden duizenden extra patiënten de tandarts hebben bezocht, en de nood aan zorg groeit alleen maar verder. Dit maakt het des te belangrijker dat de overheid meer financiële middelen vrijmaakt voor de zorg, vooral in de mondzorg, waar de druk op zorgverleners steeds groter wordt.
De groeinorm van 2,5% is niet zomaar een wens, maar een absolute vereiste om te kunnen blijven voldoen aan de zorgbehoeften van de bevolking. Zonder deze groei kan de kwaliteit van de zorg niet worden gewaarborgd. Het is onmiskenbaar dat de zorgsector momenteel onder enorme druk staat. Er zijn ernstige tekorten aan zorgverleners, de wachttijden nemen onhoudbare proporties aan, en de administratieve werkdruk voor zorgprofessionals is torenhoog. Daarnaast worden zorgverleners steeds vaker geconfronteerd met een onredelijke onderfinanciering en onderwaardering voor hun werk. Dit geldt in het bijzonder voor de tandheelkundige sector, waar het verbod op supplementen dat in werking treedt op 1 januari 2025 de rendabiliteit van zorginfrastructuur in gevaar brengt.
De tandheelkundige zorg, en de zorgsector in het algemeen, heeft op dit moment te maken met een vicieuze cirkel: de toenemende zorgbehoefte wordt niet weerspiegeld in een passende stijging van de middelen en vergoedingen. De gevolgen zijn verstrekkend: lange wachttijden, zorg die niet meer op het juiste moment kan worden geleverd, en zorgverleners die uitgeput raken en zelfs hun praktijken dreigen te sluiten.
Als de overheid weigert de groeinorm van 2,5% toe te kennen, wordt de situatie onhoudbaar en zal de sector niet anders kunnen dan het lopende akkoord voor 2025 op te zeggen. De zorgverleners kunnen en zullen deze onverantwoordelijkheid niet langer accepteren. Het is niet alleen de toekomst van de zorgverleners die op het spel staat, maar vooral de toekomst van de zorg zelf. Het is van vitaal belang dat er snel actie wordt ondernomen om de zorgsector niet verder in een crisis te laten verzinken.
Zorgverleners staan voor een zware opgave, maar zij willen wel blijven zorgen voor hun patiënten. Dat kan echter niet zonder adequate ondersteuning van de overheid. De groeinorm van 2,5% is geen luxe, maar een noodzakelijke maatregel om de zorg, en de mondzorg in het bijzonder, bereikbaar, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden voor iedereen. Het is aan de overheid om verantwoordelijkheid te nemen en de noodzakelijke middelen beschikbaar te stellen. Doet zij dat niet, dan zal de zorgsector niet kunnen blijven functioneren zoals het nu al het geval is, met alle gevolgen van dien voor zowel zorgverleners als de bevolking.